Serie A-wijn
Na de sangiovese - basismateriaal voor de beroemdste wijn van Italië, de chianti - is de barbera de meest aangeplante druif in de Laars.
In Piemonte, waar hij waarschijnlijk ooit voor het eerst wortel heeft geschoten, neemt hij in z'n eentje vaak meer dan de helft van de totale wijnopbrengst voor zijn rekening. Ooit werd de barbera gezien als de leverancier van simpele, alledaagse wijnen, mede dankzij zijn zachte, soepele tannines en zijn frisse zuren. Vaak mocht hij zelf niet eens de show stelen en werd hij gebruikt om te blenden. De barbera werd regelmatig ingezet om te zwoel tafelrood, gemaakt van andere druiven, wat extra frisheid te geven.
Maar sinds kort is de barbera wijntechnisch in de Italiaanse Serie A gaan spelen. In 1984 ontdekte Giacomo Bologna met het maken van zijn Barbera d'Asti Bricco dell'Uccellone dat er, door te oogsten met een veel lager rendement dan de toegestane 63 hectoliter per hectare en vervolgens het druivensap te lageren op eikenhouten vaten, een wijn ontstond die kon wedijveren met barolo en barbaresco, het illustere rood uit het zuiden van de streek. Het Italiaanse wijnopperwezen Angelo Gaja kreeg er lucht van, streek neer in Piemonte en ging er Barbera d'Alba maken om er, overeenkomstig zijn status, een godsvermogen voor te vragen. Ook andere producenten stapten over van het produceren van anonieme bulkwijn naar rood met een eigen signatuur. Zo ook de Azienda Agricola Trinchero. We proefden er twee van ze, beide serieuze en karaktervolle Barbera d'Asti's.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
