Spring naar de content
bron: anp

Peter Klashorst: over de doden niets dan goeds

Peter Klashorst was een spilfiguur in het gore Amsterdam van de jaren tachtig. Met zijn dood komt er een einde aan een tijdperk, schrijft zijn oude vriend Arthur van Amerongen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arthur van Amerongen

De uitdrukking ‘over de doden niets dan goeds’ is een foute vertaling van het Latijns gezegde ‘de mortuis nil nisi bene.’ Nu denkt de lezer: daar heb je die zelfverklaarde polyglot weer, de snoever die beweert meer talen te beheersen dan Frenske en Ivo Niehe bij elkaar. Welnu: ik was een typisch MAVO-klantje en heb dientengevolge geen Grieks en Latijn gehad. Op zijn Grieks wel, maar dat is voor een andere preek.

Wel ben ik een kei in de semitische talen (dankzij een colloquium doctum werd ik op de Universiteit van Amsterdam toegelaten) maar deze preek gaat niet over mij. Deze preek gaat over Peter Klashorst, die ik leerde kennen in die heerlijke en vooral gore jaren tachtig in Amsterdam. Daarover zo dadelijk meer. 

Wie schetste mijn verbijstering toen ik een stukje las met de nogal opvallende titel ‘Gaan we nu een pedofiel begraven?’ Leest en huivert, want dit is niet pissen op een graf, maar op een lijk dat nog warm is. 

“De reacties op de dood van Peter Klashorst zijn niet mals. De zelfbenoemde kunstschilder, een Rietveld-student die niet verder kwam dan als een zondagsschilder vastleggen van fruitschalen en dat vervolgens “After Nature” noemde, een uit Duitsland gepikte term in de punkperiode waarin alles in Duitsland riekte naar verroest staal.

Het enige wapenfeit van Klashorst was dat hij met zijn brutale Amsterdamse bek het voor elkaar kreeg een pand aan de Spuistraat te huren voor schilderijen inplaats van geld. Voor de rest heeft deze man een enorm probleem.

Hij voorzag het op Afrikaanse en Thaise vrouwen (hij woonde tientallen jaren in Afrika en Azië), meisjes. Hij neukte er op los en kreeg alle ziektes die daar bij passen: HIV en AIDS. En waarschijnlijk ook een heleboel kinderen.

In een televisieprogramma waarin Klashorst als presentator optreed – een zogenaamde schildercursus – zie je uiteindelijk een hartverscheurende ruzie met een vrouw op Schiphol die het land wordt uitgezet.

A bloody shame.

Peter Klashorst was geen kunstenaar, maar een pedofiel en moordenaar omdat hij met HIV en AIDS anderen heeft besmet. Hij heeft zijn valse status als wannabe kunstenaar misbruikt. Daarmee is hij ook een smet op Amsterdam, waar zwaar getild wordt aan normen en waarden op het gebied van gelijkwaardigheid en respect. Peter Klashorst verdient het niet om in de historie van Amsterdam als kunstenaar te worden weggezet.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Er zijn veel mensen boos over Peter Klashorst.”

Ik ken hem niet anders dan een aimabele jongen, die er flink op los leefde.

Ik heb geen idee wie er achter dit wanstaltige en vooral humorloze proza schuilgaat, maar het moet wel een rancuneuze, mislukte, seksloze kunstenaar zijn die al zijn hele leven steuntrekt, iedere middag rond een uur of drie wakker wordt en dan aan zijn ontbijt van Schultenbräu en Texas-roltabak begint. Al naar gelang zijn financiële situatie koopt hij dan een joint van 3 euro bij een of andere groezelige koffiesjop en gaat vervolgens bij bevriende ‘kunstenaars’ uitvreten. Ik kom nog zelden nog in Amsterdam, maar soms zie ik nog wel eens zo’n type voorbij schuifelen. ‘Hij ziet er uit als de dood van Pierlala’, zou mijn moeder dan heel hard geroepen hebben, mij opzichtig porrend en wijzend naar de vale vogelverschrikker.

Cafe de Pels is te duur voor dit genre chronische nietsnutten, maar als de Wajong net is gestort komen ze daar luidruchtig binnen stommelen en verkondigen ze een grote doorbraak aan, in hun artistieke oeuvre. Het meesterwerk waar iedereen al veertig jaar op wacht is embryonaal! 

Dit gebral geldt niet alleen voor deze mislukte beeldend kunstenaar, maar ook voor schrijvers en dichters die De Pels, het voorportaal van Westgaarde, Sint Barbara of de Nieuwe Ooster bevolken. Bij Zorgvlied komen ze niet door de ballotage. 

Peter is voor mij het einde van een tijdperk. Iedere lezer die de jaren tachtig in Amsterdam heeft meegemaakt, weet precies wat ik bedoel: Herman Brood. Theo van Gogh. Soviet Sex. Mike von Bibikov. Johnny van Doorn. Deelder. Ramses Shaffy. De Mazzo. Nachtcafé De Koophandel alias de Cokehandel. Snackbar Ma Baker. Vrankrijk. De Muur. Zeedijk. De Witte Ballon alias de Herberg. Het Vrieshuis & De Zwijger. Einde van de Wereld.

Ik woonde in het hart van dat vieze gore Mokum in de jaren tachtig, op de Nieuwezijds 31. Hier heb ik een en ander aan viezigheid opgeschreven (pas op dat de kinderen niet meelezen). 

Iedereen die de jaren tachtig in Amsterdam bewust heeft meegemaakt – zeg maar de generatie Gimmick! – zal toch met enige nostalgie terugdenken aan die tijd. De vertrutting die Amsterdam naar de gallemiezen heeft geholpen, de stuitende wokeness, de import van buitenlandse studenten die geen Nederlands spreken maar wel op GroenLinks stemmen: ik vind het allemaal verschrikkelijk. Het was niet altijd rozengeur & maneschijn in de jaren tachtig, want ik zat zwaar aan de heroïne en mijn vriendenkring dunde flink uit door de aids, maar het was wel authentiek. 

Er waren nog echte mensen in Mokum, zoals Peter Klashorst echt was. In de jaren negentig zat ik in het Midden-Oosten, hij in Afrika, maar we chatten regelmatig. Toen hij naar Azië verhuisde, bleven we contact houden. Ik ken hem niet anders dan een aimabele jongen, die er flink op los leefde. Hij was veel ruiger dan ik, want ik ben natuurlijk altijd maar een inkthoer en een schrijvende aap gebleven, al deed ik dat wel op exotische locaties. Dat leest u overigens allemaal in De Tuur, de glossy die op 4 november verschijnt ter gelegenheid van mijn 65ste verjaardag. 

Toen ik die smerige lijkrede van die mislukte, rancuneuze kunstenmaker over Peter las, werd ik heel even boos en vervolgens een beetje verdrietig omdat ik aan ons Amsterdam van de jaren tachtig dacht. En aan dat alles voorbij gaat. 

En dan nog even over de uitdrukking ‘over de doden niets dan goeds’.

Ik geef het woord aan de Oostenrijkse benedictijn Martin Werlen bij het overlijden van emeritus paus Benedictus XVI. 

“Over mensen zijn niet alleen goede dingen te melden. Dat geldt voor iedereen, inclusief onszelf. En we hebben het daar moeilijk mee. We struikelen er steeds weer over. We vertellen ook slechte dingen over anderen. En als we het niet leuk vinden dat anderen ook slechte dingen vertellen over een overledene waarover we niets slechts willen horen, gebruiken we graag een uit het Latijn afkomstig gezegde: ‘De mortuis nil nisi bene.’ In het Duits en het Nederlands wordt deze zin vaak vertaald als: ‘Over de doden niets dan goeds.’ Maar dat is precies wat het niet betekent. Als men deze vaak gehoorde versie terug zou vertalen naar het Latijn, zou er namelijk staan: ‘De mortuis nullum nisi bonum.’ Als er alleen goeds over de doden kon worden gezegd, zou het schrijven van geschiedenis simpelweg onmogelijk zijn. Alleen in de waarheid straalt de liefde en kan zij geloofwaardig worden beleefd. Goed vertaald betekent de uitdrukking: ‘Over de doden niets, behalve op een goede manier.’ Het Latijnse woord ‘bene’ is een bijwoord en geeft de manier van spreken aan. Het wil dus zeggen: niet vol haat over de doden spreken, maar hen op een welwillende manier recht doen.”

En wie wil weten wat voor prachtig mens Peter was, moet hier maar naar kijken. 

Inschrijven nieuwsbrief

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word abonnee, al vanaf €5 per maand.