Franz Kafka schreef glasheldere mysteries: concreet en raadselachtig
Een goede schrijver leent zich niet voor navertellen. Arjan Peters over Franz Kafka, die een eeuw geleden stierf.
De moeilijkheden die Franz Kafka (Praag, 1883 - Kierling, 1924) ondervond, waren niet gering: de strijd tegen zijn dominante vader, de angst voor bestendige liefdesrelaties waar hij niet meer uit zou kunnen ontsnappen, het werk bij een verzekeringsmaatschappij dat een radicale keuze voor het schrijverschap onmogelijk maakte, de tuberculose die hem naar sanatoria dreef en zijn levenseinde zou inluiden.
Maar geen van die barrières leek nog te bestaan zodra hij zich aan het schrijven zette. Veel van zijn verhalen en parabels zijn als in een roes tot stand gekomen, zoals Rüdiger Safranski laat zien in zijn monografie (of biografische studie) Kafka – Schrijven voor zijn leven, waarmee de gerenommeerde biograaf van Heidegger, Schopenhauer, Nietzsche, Schiller en Goethe in Kafka’s 100ste sterfjaar zijn duit in het zakje doet. Een opmerkelijk fenomeen: iedereen die Kafka heeft gelezen en een pen kan vasthouden, krijgt de behoefte om van die leeservaring te getuigen. Op deze manier blijft de literatuur over deze schrijver jaarlijks aangroeien.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
