Pesten werkt, ook in de politiek
Veel Nederlanders worden gepest, van de basisschool tot op de werkvloer en zelfs in het verzorgingshuis. Daarmee azen treiteraars op status en populariteit – soms met succes.
Bij de campagne voor de laatste Tweede Kamerverkiezingen kon Geert Wilders het niet laten bij herhaling kleinerende en sarrende opmerkingen te maken over het overgewicht van Frans Timmermans. Een typisch voorbeeld van pestgedrag. Het deed me denken aan mijn lagereschooltijd, toen een paar treiteraars bij voortduring het dikste jongetje van de klas het leven onmogelijk maakten. Pesters werken het liefst met hele groepen tegelijk tegen één slachtoffer. Ook Wilders was niet alleen, hij kreeg – niet verrassend – steun van Johan Derksen, onze smaakvolle icoon van de Nederlandse cultuur, die Wilders ogenblikkelijk bijviel en de GroenLinks-PvdA leider een ‘volgevreten bierpens’ noemde.
Twee procent van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder zegt dat zij in de afgelopen twaalf maanden weleens zijn gepest. Bij jongeren is dat zelfs bijna vijf procent. Dat betreft naar schatting dus meer dan 250.000 personen. Vrouwen komen vrijwel even vaak met pesten in aanraking als mannen. Homo’s, lesbiennes, en biseksuelen zijn vaker slachtoffer van getreiter dan heteroseksuelen.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
