Spring naar de content
bron: pexels

Jongeren en hun smartphone: een wereldwijde geestelijke giframp

Jongeren geboren na 1995, Generatie Z, zijn zeldzaam depressief en ongelukkig. Zij plegen zestig procent vaker zelfmoord dan de generatie voor hen. Een op de vier zoekt behandeling voor psychische klachten. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat dit komt door de sociale media en de smartphone. Jan Kuitenbrouwer over het boek Generations.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Sinds 2021 heb ik hier geregeld geschreven over de grote hausse in transidentificaties, vooral onder tieners. Tot 2010 meldden zich in Nederland ongeveer zestig kinderen en jongeren bij Nederlandse genderklinieken. In 2022 staan er bijna zesduizend mensen op de wachtlijst, onder wie zo’n zestienhonderd minderjarigen. Ik heb ook al vaak gewezen op het tijdpad van die trend: de exponentiële groei begint ergens rond 2012.

De transgenderbeweging claimt dat dit een emancipatieproces is, maar heeft geen antwoord op de vraag waarom emancipatieprocessen traag en geleidelijk verlopen, terwijl we hier te maken hebben met een explosie. Er wordt wel eens verwezen naar de toename van het aantal linkshandige kinderen, maar het heeft vijftig jaar geduurd voor het aantal linkshandige kinderen ongeveer verdrievoudigde, terwijl ‘trans’ in een paar jaar tijd vertienvoudigde. Als tieners altijd al massaal aan genderdysforie leden maar uit angst in de kast bleven, wat gebeurde er dan rond 2012 waardoor die kast plots openvloog?

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

2012 is ook ongeveer het moment dat de sociale media wereldwijd een hoge vlucht namen. Zijn die een aanjager van emancipatie, zoals wel beweerd wordt? Maar waarom vloog dan alleen de trans-kast open, en niet, ik noem maar iets, de vegan-kast? En waarom niet onder de bevolking als geheel? De transhausse bestaat vooral uit tieners en voor het overgrote deel meisjes. Als genderdysforie altijd al veel vaker voorkwam maar verborgen bleef, zouden er dan niet ook ouderen in die kast moeten zitten, mannen én vrouwen?

De transhausse past wel in een andere tendens. In 2012 zag de Amerikaanse psychologe Jean Twenge, gespecialiseerd in generatiekenmerken, een plotse verandering in het geestelijk welzijn van tieners, een duidelijk verschil met de generaties vóór hen.

Er is vaak kritiek op generatiesociologie. Waarom zou je iemand die op 31 december 1979 ter wereld kwam associëren met pessimisme en zwarte coltruien en iemand die een dag later geboren werd met narcisme en avocadotoast?

Deze generatie, geboren vanaf 1995, ook wel iGen of Generatie Z, heeft nooit een moment meegemaakt dat er geen internet, geen sociale media en geen smartphones waren. Twenge bestudeert al ruim dertig jaar generaties en waar zij ook keek, overal onder deze generatie vond zij een toename van geestelijke problemen, startend vanaf 2012. ‘Ik had nog nóóit zoiets gezien,’ schrijft zij. 2012 was het eerste jaar dat meer dan 50% van de Amerikanen een smartphone had, sindsdien steeg het door naar bijna honderd. Twenge beschreef het in haar boek iGen en werkt de relatie verder uit in haar zojuist verschenen boek Generations.

Er is vaak kritiek op generatiesociologie. Waarom zou je iemand die op 31 december 1979 ter wereld kwam associëren met pessimisme en zwarte coltruien en iemand die een dag later geboren werd met narcisme en avocadotoast? Maar los van de merites van Twenge’s werk als geheel, de data die zij verzamelde over het verband tussen de ennui van iGen en digitale technologie, zijn zeer frappant. iGen-kinderen zitten binnen, op hun kamer, te internetten. Zij gaan niet uit met elkaar, zij hangen niet op straat of in the mall. Zij zijn de eerste Amerikaanse generatie die niet staat te trappelen om op z’n zestiende een rijbewijs te halen, maar er door hun ouders toe geprest moet worden als die geen zin meer hebben om voor taxichauffeur te spelen. Zij bezoeken geen café’s, zij roken en drinken niet, zij hebben geen verkering, geen seks en zij doen weinig aan sport. En zij zijn twee keer zo vaak depressief en plegen twee keer zo vaak zelfmoord als generatie Y, die daarin ook al hoger scoorde dan eerdere generaties. Eén op de zeven boomers vindt dat zijn geestelijke gezondheid de laatste drie jaar is afgenomen, bij Generatie Z is dat één op vier, en bij meisjes twee keer zoveel als bij jongens. ‘Het is geen overdrijving om te stellen dat iGen het slachtoffer is van de grootste geestelijke gezondheidscrisis in decennia’, schrijft Twenge. Zijn deze kinderen zoveel online omdat zij depressief zijn, of is het andersom? Dat laatste, meent Twenge, want anders zou er al een toename van deze problemen moeten zijn geweest voor de sociale media hun intrede deden, en die was er niet.

Vaak zijn elementen van deze welzijnscrisis toegeschreven aan corona, maar Twenge laat zien dat het al eerder bezig was en na corona niet is afgenomen. De naweeën van de kredietcrisis? Nee, zegt Twenge, eerdere recessies hadden dat effect niet op tieners. Zijn tieners angstig door steeds frequentere en groot in de media gebrachte school shootings? Nee, want in Europa en Azië, waar die shootings niet voorkomen, zien we deze trend ook. Schoolcijfers bleven stabiel of werden zelfs iets beter. Zit iGen met de neus in de boeken? Nee, want tijd besteed aan huiswerk neemt af.

De verklaring die bij dit alles overeind blijft, is die telefoon. IGen-tieners staan ermee op en gaan ermee naar bed. Als zij midden in de nacht wakker worden checken zij hun telefoon. Het blauwe licht van het scherm verstoort de slaapfunctie en gebrek aan nachtrust is dé grote voorspeller van depressie en zelfmoord. En dat verschil tussen jongens en meisjes? Qua schermtijd ontlopen jongens en meisjes elkaar niet zoveel, maar jongens zitten met elkaar te gamen, terwijl meisjes op de sociale media zitten. Computergames zijn een digitaal equivalent van fysieke sport, speculeert Twenge, daar zit geen wezenlijke verandering, terwijl Instagram en TikTok en SnapChat volkomen nieuwe fenomenen zijn. Dat is geen vriendinnenclubje, dat is in principe de hele wereld. Daar ben je niet zelf in control, daar regeert het algoritme. Daar speel je niet, daar word je gespeeld. Daar loeren de rabbit hole waar problemen steeds groter worden en de digitaal opgepoetste influencers die een onzeker tienermeisje het gevoel geven dat zij niet voldoet. Daar is, niet te vergeten, de porno, die ze de stuipen op het lijf jaagt, met mannen die hun billen rood slaan en hun keel dichtknijpen.

Wat iGen ziek en ongelukkig maakt is inderdaad een epidemie, maar geen virale. Het is een psychische epidemie, een geestelijke giframp, hij komt uit die telefoon en hij drijft kinderen naar de GGZ, de jeugdzorg en de genderklinieken.

Tegen het advies van psychologen en op aandrang Big Tech is de instapleeftijd voor sociale media bepaald op 13, en die grens wordt massaal ontdoken omdat dat vrij eenvoudig is. Op schoollaptops zit standaard YouTube. Waarom eigenlijk? De sociale media zijn in feite helemaal niet bedoeld voor kinderen, stelt Twenge. Hét prototype is Facebook, en Facebook werd ontwikkeld voor adolescenten en volwassenen.

Leg al die grafieken van Twenge op elkaar en het is duidelijk: het sleuteljaar is 2012. Leg daar tenslotte de lijn overheen van de toename van transidentificaties, en hij valt perfect samen. Zoals onderzoek laat zien heeft een belangrijk deel van deze nieuwe ‘transkinderen’ óók last van eenzaamheid, angsten, autisme, depressie, zelfbeschadiging en suïcideplannen. Als al die transtieners geestelijk gezonde kinderen waren die toevallig vanaf hetzelfde moment massaal hun ware gender ontdekten, zou dat een wel heel bizarre coïncidentie zijn.

Wat iGen ziek en ongelukkig maakt is inderdaad een epidemie, maar geen virale. Het is een psychische epidemie, een geestelijke giframp, hij komt uit die telefoon en hij drijft kinderen naar de GGZ, de jeugdzorg en de genderklinieken. De tech-industrie en de genderbeweging hebben ieder hun redenen om dit niet te willen horen, maar de aanwijzingen zijn overtuigend. Dit is nu tien jaar aan de gang en elke dag die verspeeld wordt met wegkijken, ontkennen en twijfel zaaien, is een misdaad tegen de jeugd.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.