Spring naar de content

Schraalhans

De keuze van Maarten ’t Hart voor welbewuste smerigheid is ook een vorm van decadentie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Eén man stond vorige week pal tegenover de collectieve kerstkalkoenengekte, en wel zo nadrukkelijk dat er niet aan viel te ontkomen. ‘Eet smerig!’ luidt kort en krachtig het devies van Maarten ’t Hart vlak voor overal te lande de ovens zouden worden aangestoken voor het wildgebraad. Wat een timing! Wat een onberispelijk contrapunt voor de decadentie waarin iedereen zich zou wentelen! Niks caritas – karigheid moeten we hebben!

Het idee om smerig voedsel te consumeren bij wijze van afvalmethode dan wel als manier om op gewicht te blijven is ontegenzeggelijk origineel en leent zich voor smakelijke stukjes in de horrorsfeer (een kans die geen enkele zichzelf respecterende journalist heeft laten liggen), maar al grinnikend en gruwend kon ik me niet aan de gedachte onttrekken dat deze keuze voor welbewuste smerigheid net zo goed een vorm van decadentie is. Aan de ene kant heb je de zonde van het zwelgen in vet en suiker, waar iedereen maar al te bekend mee is, aan de andere kant heb je de zonde van de karigheid: het miezerige, schrieperige, gierige, uitgebeende, liefdeloze jezelf beter voordoen dan je bent. De hele witgepleisterde-gravenbende van anorectici, fakirs op spijkerbedden, pilaarheiligen, ingemetselde nonnen, boerka-types en flagellanten rees voor mijn geestesoog op. Zij handelen allemaal vanuit hetzelfde referentiekader: het verbod op genot en de plicht tot lijden.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word abonnee, al vanaf €5 per maand.

Onderwerpen