‘Rot toch op, joh’
Geklieder bij een raam, knokken met ‘gasten uit de Meerenwijk’ en gelazer in Noord. ‘Ik maak d’r kapot! Helemaal kapot!’ Op pad met de nachtploeg van het politiekorps in Leiden. ‘De jeugd is losgeslagen.’
Het zware regengordijn dat deze vrijdagavond de Leidse binnenstad heeft omgevormd tot een uitgestorven decor van gure mistroostigheid, maakt plaats voor een langzaam wegtrekkende miezel. “Nou,” verzucht Loed Versteege, coördinator van het horecateam Leiden Midden, “we kunnen er weer tegenaan. Regen is voor ons de enige spelbreker. Anders is het vrijwel ieder weekend raak.”
De breedgeschouderde chef kijkt op zijn horloge en beent dwars door de plassen naar het geïmproviseerde gebouwtje op de binnenplaats, dat wegens een grondige verbouwing van het wijkbureau tijdelijk dienst doet als briefingsruimte. De bespreking is ditmaal kort. Voor de achtkoppige ploeg passeren een aantal dia’s van personen die qua beeltenis de kou om het hart doen slaan. “Mannen, let op deze meneer,” zegt de chef geroutineerd. “Hij heeft vastgezeten wegens moord, en mishandeling van zijn kinderen. Nu is hij weer vrij, en dreigt hij de vriend van zijn ex om te leggen.”
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap