Spring naar de content

Kagan, Kaplan, Kepel

Dankzij internet zijn ’s werelds grootste nieuwsanalisten, commentatoren en columnisten nu binnen handbereik. Maar wie moeten we kennen? En waarom? Over de relnicht van rechts, een vriend van Bolkestein en de Heilige Drie-eenheid van het atheïsme. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bart de Koning, Jim Schilder

De Nederlandse liefhebber van wereldnieuws kon vroeger terecht bij een paar Nederlandse kranten en, in de kiosk, bij wat buitenlandse dag- en weekbladen. Wie daar niet genoeg aan had, keek elke zondag naar Internationalen Frühschoppen op de Duitse tv en kocht heel af en toe, om zich een wereldburger te voelen, op het Spui in Amsterdam de zondagse New York Times – enkele dagen oud, à 35 gulden. 

Dankzij internet is een en ander radicaal veranderd. Wie wil, kan The New York Times al lezen voordat die bij de abonnees in Manhattan op de mat ligt. Van achter de pc zijn honderden kranten en bladen verkrijgbaar via websites, e-mail-nieuwsbrieven en RSS-feeds. Nederlandse krantenredacties kunnen nu meteen stukken overnemen, en dus krijgen we in enkele dagbladen regelmatig de nog warme gedachtenspinsels van buitenlandse opiniemakers voorgeschoteld. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Dat betekent wel dat het spelersveld nu veel minder overzichtelijk is dan in de tijd van Hammelburg en Hiltermann. Op websites kunnen we nu bijdragen vinden van David Brooks, Roger Cohen, Peggy Noonan en Charles Krauthammer, to name a few, maar van deze scribenten weten we vaak alleen voor welk medium ze schrijven. Om het spelersveld wat inzichtelijker te maken, presenteren wij een alfabetisch wie-is-wie van internationale opiniemakers die een bewoner van de global village zou moeten kennen.

Verreweg de meeste auteurs zitten in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. En het zijn bijna allemaal mannen. Aan dat laatste kunnen wij weinig doen; dezer dagen nog was in The Washington Post een hartstochtelijk pleidooi te lezen voor meer vrouwelijke en gekleurde opinieschrijvers, en Michael Kinsley (zie onder de K) kreeg in zijn tijd als opiniechef bij The Los Angeles Times al van vrouwen op zijn lazer wegens het hoge blankemannengehalte op zijn pagina’s. 

Dat Engelstalige auteurs in de meerderheid zijn, heeft natuurlijk te maken met de populariteit van die taal. Veel internetgebruikers kunnen dat werk onvertaald lezen, en laten de Duitse of Franse columnisten links liggen; mensen die weinig worden gelezen, genereren weinig buzz, en zonder buzz is er minder drang om ze te lezen. Een niet-onbelangrijke factor is ook dat de VS in de wereld een hoofdrol speelt, en dat waarnemers in de buurt van de macht interessanter zijn dan hun collega’s in het achterland. 

David Broder

(VS) Eminence grise onder de commentatoren in Washington. Schrijft al veertig jaar afgewogen analyses voor The Washington Post over vooral de landelijke politiek, en die verschijnen tegenwoordig wereldwijd in meer dan driehonderd kranten. Is vaak te zien in politieke praatprogramma’s op de Amerikaanse tv. 

Henryk Broder 

(Duitsland) Duikt sinds een paar jaar overal op. Wordt ‘rechts’ genoemd om zijn waarschuwingen inzake de islam in Europa. Vreest dat slappe knieën van multiculturalisten een vergaande islamisering mogelijk maken. Haat hypocrisie en domheid en laat dat ook weten, in onder andere Der Spiegel. Zoon van Poolse Holocaust-overlevenden. Toen Daniel Goldhagen tien jaar geleden voor opschudding zorgde met zijn boek over steun van de Duitse bevolking voor het naziregime, zei Broder: “Het verzet tegen Hitler groeit met de dag.”

David Brooks 

(VS) Redelijk rechts. Was anders ook niet toegelaten tot het walhalla van de Amerikaanse meningenjournalistiek: de opiniepagina van The New York Times. Dacht vóór de inval in Irak dat de Amerikaanse troepen daar door juichende burgers zouden worden onthaald. Bleek in 2000 met zijn boek Bobos in Paradise een humoristische analist van babyboomers en tijdgeest. Gaat daarbij naar verluidt wat nonchalant om met de feiten. 

Ian Buruma 

(?) Internationalist. Geboren in Nederland; woonde onder andere in Japan, en nu in de VS. Werkte ooit voor de Far Eastern Economic Review en The New Statesman en publiceert nu regelmatig in The New Yorker, waar hij ooit kans moet hebben gezien het befaamde fact checking department te omzeilen met een verhaal over de moord op Theo van Gogh. 

Christopher Caldwell 

(VS) Rechtse Amerikaan en toch geïnteresseerd in Europa. Redacteur van het neocon-blad The Weekly Standard. Publicist in Slate en The New Yorker. Columnist van de Financial Times. Bemoeit zich met alles. Heeft geen hoge pet op van Europa. Besteedt wel veel aandacht aan de islam alhier. 

Roger Cohen 

(VS) Wereldduider. Correspondent in hart en nieren; voor Reuters in Europa, The Wall Street Journal (Rio de Janeiro, Rome) en voor The New York Times (Parijs, Balkan, Berlijn). Subtiel waarnemer, scherpzinnig analist; nu voor de International Herald Tribune.

Martin van Creveld 

(Israël) Ziener. Dwarsligger. Sombermans. Van Nederlandse komaf. De militair historicus is tegen vrouwen in gevechtsfuncties. Voorspelde lang geleden een Arabische aanslag op het WTC. Voorzag in zijn standaardwerk The Transformation of War (1991) al het einde van de klassieke oorlogvoering en de opkomst van low intensity warfare – precies de ellende waar de Amerikanen nu in Irak en Afghanistan mee zitten. Voorspelt dat terreur een normale zaak wordt en dat westerse burgers daarom uit zelfbescherming hun privacy moeten inleveren. 

Ivo Daalder 

(VS) In Nederland geboren buitenlandspecialist van The Brookings Institution. Was als medewerker van president Clinton nauw betrokken bij het Amerikaanse Bosnië-beleid. Verschijnt regelmatig met kalme analyses op de opiniepagina’s van allerlei kranten. Kost volgens het International Speakers Bureau 10.000-15.000 dollar per spreekbeurt (hetzelfde tarief als E.J. Dionne*). 

Theodore Dalrymple 

(Groot-Brittannië) Voormalig gevangenispsychiater. Brak door met het boek Leven aan de onderkant. Legt de schuld voor onaangenaam gedrag niet bij de overheid, de opvoeding en/of de omgeving, maar bij de dader zelf, en vindt dat meer mensen dat zouden moeten doen. Tikt inmiddels vanuit Zuid-Frankrijk voor Amerikaanse en Europese media over onderwerpen variërend van porno tot Ibsen, van banlieues tot Thomas Friedman*.

Richard Dawkins 

(Groot-Brittannië) Vormt samen met Daniel Dennett* en Sam Harris* de Heilige Drie-eenheid van de atheïsten. Werd bekend met zijn theorie van het egoïstische gen: de evolutie wordt voortgedreven door genen die zichzelf willen voortplanten. Kreeg daardoor uiteraard mot met christenen. Dat resulteerde weer in zijn recente bestseller The God Delusion. Mag gelovigen er graag op wijzen dat zij net zo goed atheïsten zijn omdat ook zij niet geloven in het bestaan van Zeus, Wodan en Baäl.

Daniel Dennett 

(VS) Is de vriendelijkste van de Drie-eenheid. Waar Sam Harris* en Richard Dawkins* wild om zich heen slaan, blijft Dennett beleefd. In Breaking the Spell probeert hij oprecht een gesprek aan te gaan met gelovigen, in de kennelijke hoop met een soort socratische dialoog twijfel te zaaien over religie. Zijn eruditie en beschaving zijn een verademing.

E.J. Dionne Jr. 

(VS) In de ogen van rechts een typische representant van de liberal East Coast elite. Opinieveteraan van The Washington Post. Waagt zich aan voorspellingen en glijdt weleens uit: vier jaar voor de komst van president Bush voorzag hij een langdurige periode van progressieve politiek. Mag, net als NRC Handelsblad, een probleem graag duiden als ‘crisis’. 

Maureen Dowd 

(VS) Meest overschatte columnist in de VS. Schrijft voor The New York Times schijnbaar satirische stukjes over de hoofdrolspelers in de landelijke politiek; kan het niet laten die te larderen met olijke bijnamen (‘Rummy’ voor Rumsfeld). Was op dreef tijdens het Lewinsky-schandaal, maar bleek nadien politiek-inhoudelijk weinig te melden te hebben. Zakte hopeloos door het ijs met een flinterdun boek van 352 pagina’s over de seksen, waarmee zelfs in haar eigen krant de vloer werd aangeveegd.

Alain Finkielkraut 

(Frankrijk) Hoogleraar aan de beroemde Franse École Polytechnique, schrijver van talloos veel essays, gezien tv-filosoof. Bestrijdt bij voorkeur zijn marxistische soortgenoten in Parijs. Het cultuurrelativisme is steeds weer zijn doelwit; de beschaving moet met hand en tand verdedigd worden. Daarom: weg met de seksuele revolutie, weg met de uitwassen van de moderniteit. Windt zich makkelijk op. Een tv-programma waarin hij het laatste woord krijgt, loopt geheid uit.

Robert Fisk 

(Groot-Brittannië) Een van ’s werelds meest ervaren Midden-Oostencorrespondenten. Sprak voor zijn krant The Independent drie keer met Osama bin Laden (ruim vóór 11/9); ObL noemde hem ‘een neutrale journalist’. Is permanent boos. Vond dat de VS de aanslagen van 11/9 te danken hadden aan eigen beleid. Werd vijf jaar geleden tijdens de Amerikaanse aanval op Afghanistan bijna gedood door woedende Afghaanse vluchtelingen in Pakistan die The Independent niet lezen. Fisk had alle begrip voor
de kloppartij, en kreeg daarvoor verbaal op zijn lazer van Andrew Sullivan*. 

Thomas Friedman 

(VS) Globalisatieprofeet van The New York Times. Maakte naam als Midden-Oosten-correspondent en daarna als buitenlandcommentator. Mag ingewikkelde kwesties graag terugbrengen tot simpele tegenstellingen. Komt over de vloer bij de groten der aarde en laat dat ook weten. Laatste bestseller ging over de ‘platte wereld’: in de nieuwe economie kunnen inventieve nieuwkomers (Google) en voorheen onbelangrijke landen (India) een grote rol spelen. Verloor enige glans toen bleek dat hij in een paar jaar zeker vijf keer had geroepen dat ‘de komende zes maanden beslissend’ zouden zijn voor Irak. 

Timothy Garton Ash 

(Groot-Brittannië) Het Britse broertje van de Amerikaan Thomas Friedman*. Is, doorgaans in The Guardian, net
zo optimistisch over globali-sering maar probeert als Europeaan de boel wat meer bij elkaar te houden. Als ‘TGA’ inspiratie zoekt voor een nieuw boek, maken mensen als George Bush, Tony Blair en Gerhard Schröder graag een uurtje vrij. Schreef met Free World een vlammend maar realistisch pleidooi voor een betere wereld. 

Michael O’Hanlon 

(VS) Gerespecteerd defensie- en buitenlandanalist van The Brookings Institution en de Democratische partij. Dacht met vele anderen dat het omverwerpen van Saddam Hoessein lastiger zou zijn dan de periode erna. Schatte wel correct in dat veel informatie waarop Bush de aanval baseerde, niet deugde.

Victor Davis Hanson 

(VS) Amerikanen komen van Mars, Europeanen zijn miet-jes – was getekend: VDH. Ooit een bedaagd classicus die schreef over oorlogvoering bij de oude Grieken, maar schoof na 11/9 op naar de uiterst rechtse vleugel van het Bush-kamp. Stelt dat Amerika het Athene is van nu en dat de Amerikanen de plicht hebben andere volken beschaving bij te brengen, bij voorkeur met geweld. Hanson polemiseerde hevig met Bush-hater Krugman*, maar heeft het moeilijk sinds zelfs Rumsfeld toegeeft dat het slecht gaat in Irak.

Sam Harris 

(VS) Angry young man. Begon 12 september 2001 aan The End of Faith. Hoewel moslimterroristen de aanleiding waren voor Harris’ boek, is het een frontale aanval op alle religies. De meeste mensen op deze planeet geloven dat de Schepper van het heelal een Onfeilbaar Boek heeft geschreven. Helaas zijn ze het er niet over eens welk Boek het enige echte is. Harris vindt het hoog tijd dat de mensheid volwassen wordt. In Letter to a Christian Nation zet hij de strijd onverminderd voort.

Christopher Hitchens 

(VS) Ex en anti. Verbale houthakker. Brits. Voormalig trotskist opereert nu in Vanity Fair, Slate en The New York Times vanuit een vrije positie op rechts. Antireligieus, pro-verlichting. Wil al jaren Henry Kissinger vervolgd hebben om diens rol in de Vietnam-oorlog. Was voorstander van Amerikaanse aanvallen op Afghanistan en Irak. Schiet als literair criticus graag met scherp. Haat Michael Moore. Was mede-organisator van een pro-Denemarken-demonstratie in Washington ten tijde van de cartoonrellen.

Michael Ignatieff 

(Canada) Zijn stamboom laat zich lezen als een geschiedenis van de Russische adel. Renaissance-mens. Heeft een jaloersmakende verzameling talenten: romancier, historicus, filosoof, wetenschapper, politicus. Autoriteit op het gebied van mensenrechten. Sinds hij begin deze maand de verkiezing voor het leiderschap van de Liberal Party of Canada heeft verloren, kan hij zijn freischwebende Intelligenz weer inzetten voor belangrijker zaken. 

David Ignatius 

(VS) Washington Post-columnist voor buitenlandse zaken. Was van 2000-2002 hoofdredacteur van de International Herald Tribune. Schreef thrillers over internationale politiek en geld, plus een fictieve bestseller over media en macht in de Amerikaanse hoofdstad. Schrijft stijlvoller dan nodig, ook in zijn columns. Komt daarin tot inzichten als ‘aan de gekte moet een einde komen’ (moorden in het Midden-Oosten).

Josef Joffe 

(Duitsland) Kritisch atlanticus, zoals het een (voormalig) hoofdredacteur van Die Zeit betaamt. Publiceerde vorig jaar in Foreign Policy een provocerende gedachtenoefening onder de titel ‘Een wereld zonder Israël’. Belandde ooit als wisselscholier in de VS, studeerde aan Harvard en is nog steeds een frequent flyer.

Robert Kagan 

(VS) “We moeten niet langer doen alsof de Europeanen en de Amerikanen een gemeenschappelijke kijk delen op de wereld.” Het zou Kagans credo kunnen zijn, verwoord in zijn bestseller Of Paradise and Power uit 2003. De Washington Post-columnist en medewerker van de neoconservatieve Weekly Standard heeft het niet op Europa, hoewel (of: omdat) hij in Brussel woont. Zijn vrouw is de Amerikaanse ambassadeur bij de NAVO. 

Robert Kaplan 

(VS) IJzervretende journalist die, lang voordat het hier mode werd, er rond voor uitkwam dat hij desnoods meeknokte met de commando’s. Diende in het Israëlische leger en weet hoe je een .50 moet vasthouden. Zijn centrale thema in bestsellers als The Coming Anarchy en Imperial Grunts is dat het Westen soft en decadent is en dat ons voortbestaan afhangt van een klein groepje bikkels dat wél bereid is om zijn leven te wagen in uithoeken als Afghanistan en Somalië. Nu redacteur bij The Atlantic.

Gilles Kepel 

(Frankrijk) Politicoloog. Hoogleraar in Parijs. Kenner van de radicale islam. Is in westerse hoofdsteden een geziene gast om de wereld van de islam te duiden. Reist ter afwisseling naar de Oriënt voor onderzoek. Ziet geweld onder moslims als blijk van een machtsstrijd in deze geloofsgemeenschap. De radicalen zijn aan de winnende hand, aldus Kepel, en internet speelt daarbij een cruciale rol. Zijn boeken, zoals Jihad en Fitna (Chaos), worden alom vertaald. Zolang het moslimgeweld aanhoudt, blijft Kepel een veelgevraagd orakel in de media.

Michael Kinsley 

(VS) Breed georiënteerde, links-liberale columnist voor The Washington Post, Slate en The Guardian. Kreeg kritiek toen hij in 1996 de eerste hoofdredacteur werd van Slate, het door Microsoft opgerichte online-magazine, maar trok zich daar niets van aan. Werd drie jaar later door de Columbia Journalism Review gekozen tot hoofdredacteur van het jaar. Slate is nu in handen van The Washington Post.

Charles Krauthammer 

(VS) Ging van links naar rechts. Werkte in de psychiatrie, voor de regering-Carter, schreef speeches voor vice-president Mondale en stapte over naar de journalistiek. Speelt nu op rechts bij The Washington Post. Gelooft in een alleingang van supermacht Amerika in een verdeelde wereld; als de (Europese) sukkels het succes van de leider zien, volgen ze vanzelf.

William Kristol 

(VS) Neocon-hoofdman. Zoon van Irving Kristol, die aan de wieg stond van de neoconservatieve beweging. William is oprichter en hoofdredacteur van The Weekly Standard, waarvan elk nummer meteen na verschijning wordt gespeld in en rond dit Witte Huis. Kalm debater en populaire tv-verschijning. Was medewerker van vice-president Dan Quale.

Paul Krugman 

(VS) Een van ’s werelds meest vooraanstaande economen. Met een cv waarvan de meeste wetenschappers alleen maar kunnen dromen: hoogleraar aan de universiteit van Princeton, doceerde op Yale, MIT en Stanford. Maakte zich met zijn columns in The New York Times gehaat bij de Republikeinen. Vindt Bush (‘the bully in chief’) een leugenaar en een non-valeur. Krugman lag als typische East Coast liberal jarenlang zwaar onder vuur, maar zijn ster stijgt verder naarmate De Grote Beslisser Bush verder wegzakt. 

Bernard-Henri Lévy 

(Frankrijk) Roepnaam BHL. Schrijver, journalist, filmer en commentator. Godheid in Parijs en omstreken. Bijzonder mediageniek en al dertig jaar lang ‘nieuwe filosoof’. Onophoudelijk in de weer met het duiden van actuele gebeurtenissen die in zijn handen een onbegrijpelijke betekenis krijgen. Stuit buiten Frankrijk op grote weerstand, niet in het laatst omdat hij de feiten naar zijn hand zet. Maar tant pis, zijn faam wordt enkel maar groter.

Peggy Noonan 

(VS) Reagan-conservatief. Componeerde in 1984 zijn veertig-jaar-D-Day-speech en in 1986 zijn toespraak na de explosie van het Challenger-ruimteveer. Schrijft voor de invloedrijke opiniepagina van The Wall Street Journal over politiek, religie, cultuur en alledaagse kwesties. Voedde haar zoon (19) alleen op, en is trots dat hij tijdens een diner met Dick Cheney een goed gesprek kan voeren over Irak. Fervent rooms-katholiek; schreef een boek over de vorige paus, haar ‘spirituele vader’. 

Tariq Ramadan 

(Zwitserland) Omstreden islamfilosoof. Zijn vader moest Egypte verlaten wegens betrokkenheid bij de Moslimbroederschap. De zoon is uitgemaakt voor antisemiet en fascist, maar ook door Time in 2000 alvast benoemd tot een van de grote vernieuwers in de 21ste eeuw. Meent dat moslims in Europa zich niet als vreemden moeten gedragen, maar moeten proberen een westerse islam te ontwikkelen.

Andrew Sullivan 

(VS) Relnicht van rechts. Hiv-positief. Brits. Rooms-katholiek. Zorgde als redacteur van het opinieweekblad The New Republic ooit voor gedoe door teksten af te drukken uit het toen zeer omstreden boek The Bell Curve, over ras & intelligentie. Is conservatief, maar steunde de Democraten tegen Bush. Produceert eigenwijze geluiden over politiek, cultuur en normen en waarden. Een van de eerste succesvolle bloggers. 

John Vinocur 

(VS) Europees commentator voor de in Parijs gevestigde International Herald Tribune, waarvan hij ook hoofdredacteur was. Gaf dertig jaar geleden als Duitsland-correspondent van The New York Times al regelmatig visies op de wereld in het zondagse tv-programma Internatio-nalen Frühshoppen (sinds 1987 de Presseclub). Kent Frits Bolkestein al meer dan twintig jaar en was bevriend met Jan Cremer.

Jacob Weisberg 

(VS) Nu de baas van online-magazine Slate. Schrijft voor de Financial Times intelligente beschouwingen over politiek en ‘current affairs’. Voorheen freelance schrijver voor talrijke Amerikaanse media, waaronder Vanity Fair en The New York Times. Verzamelaar van Bushisms, taalfratsen van de huidige president (“I was not pleased that Hamas has refused to announce its desire to destroy Israel”). 

George Will 

(VS) Conservatief, maar kritisch over Bush. Heeft altijd gelijk. Produceert al dertig jaar soms hoogdravende stukjes voor The Washington Post en Newsweek over vooral Amerikaanse politiek. Lag onder vuur voor zijn hulp in 1980 aan Ronald Reagan bij diens verkiezingscampagne. Populaire tv-commentator: schetst de wereld in een halve minuut. In de VS zo bekend dat hij onderwerp van discussie of persiflage was in programma’s als Seinfeld, Saturday Night Live en The Simpsons.

Martin Wolf 

(Groot-Brittannië) Zijn meesterwerk Why Globalization Works zou op het nachtkastje van populisten als Jan
Marijnissen en Geert Wilders moeten liggen. In vierhonderd pagina’s legt de journalist van de Financial Times uit dat globalisering uiteindelijk beter is dan protectionisme. Die grondigheid is ook meteen Wolfs tragiek: mensen die hij wil overtuigen, gaan dat allemaal niet lezen, en de mensen die wel de moeite nemen, waren vaak al overtuigd. 

Fareed Zakaria 

(VS) Zéér gerespecteerd wereldcommentator van Newsweek. Geboren in India. Vaste verschijning in niet alleen kranten, bladen en serieuze tv-programma’s, maar ook in de satirische Daily Show. Maakte in 2003, toen de VS begonnen met de ‘export’ van democratie naar het Midden-Oosten, indruk met zijn boek The Future of Freedom, waarin hij stelt dat een parlementaire democratie weinig zin heeft als die niet is gebed in een politiek-maatschappelijk beschaafde cultuur. 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word abonnee, al vanaf €5 per maand.

Onderwerpen