Als het maar anders is
Niet de beurzen maar de bladen bepalen wat er toe doet op het gebied van design. Over oud, nieuw, nieuw nieuw, neo-barok en newstalgia.
Ooit heette het De Dag van het Ontwerp, toen de Week van het Ontwerp, en sinds vorig jaar heel internationaal en dus Engelstalig: Dutch Design Week (nog tot 29 oktober in Eindhoven). Het is typerend voor de aandacht die design tegenwoordig geniet; steeds meer dagen en weken in steeds meer steden in binnen- en buitenland om de goede boodschap te verspreiden. In het voorjaar is er de Salone del Mobile in Milaan, in september Inside Design Amsterdam, georganiseerd door het tijdschrift Elle Wonen, eind september de Woonbeurs Amsterdam in de RAI en in oktober ook nog de Biënnale van Kortrijk (België), om nog maar te zwijgen over wat elders – in Londen, Parijs en New York – wordt gepresenteerd.
Die beurzen zijn er allereerst voor het vak; ontwerpers presenteren hun vondsten, winkeliers kopen in, en de vakpers komt kijken wat hot is en what not. Voor de consument is het vooral een verzameling bomen die het bos aan het oog onttrekt. Wie wil weten wat de trends zijn in het ontwerp, doet er beter aan maandelijks een handvol interieurtijdschriften te consulteren, waar een eerste schifting al is gemaakt. Want er is natuurlijk nooit sprake van één trend, maar altijd van meerdere trends, die elkaar niet zelden tegenspreken of uitsluiten. Toch blijkt er bij nadere bestudering wel iets als een consensus te bestaan over wat nieuw en belangrijk is, niet in de laatste plaats omdat de tijdschriften elkaar ook scherp in de gaten houden. Wat de een brengt, duikt een paar maanden later op bij de ander, en omgekeerd. In essentie presenteren ze allemaal hetzelfde.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap