Uit huis

De minister wil dat ouders eerder hulp zoeken. Tegelijk maakt hij dat moeilijker.

Gepubliceerd op: 06/12 | 2005 Geplaatst in de volgende categorieën:

• archief

door Beatrijs Ritsema

• E-mail
• Twitter
• Facebook
• LinkedIn

Minister Donner van Justitie wil probleemgezinnen sneller en harder aanpakken. Zijn idee is dat de bescherming van het kind prioriteit verdient boven hulp aan de ouders. In gezinnen waar het gevaarlijk is, zouden kinderen eerder uit huis moeten worden geplaatst. Dit ter voorkoming van totale ontsporing, als in de zaak-Savannah, het meisje dat door haar moeder uitgehongerd werd en om het leven werd gebracht. Tegelijk deed Donner ook een oproep aan ouders om vaker en in een eerder stadium hulp in te roepen, wanneer zij het moeilijk hadden met de opvoeding.

Meer snelheid van ingrijpen is natuurlijk goed, zeker als het om kinderen gaat die machteloos overgeleverd zijn aan ouders die er niets van terecht brengen (wel zo’n vijf procent van de bevolking). Aan de andere kant heeft Donners oproep aan probleemgezinnen om zich sneller aan te melden bij de hulpverlening iets dubbelhartigs. Als je eerst gespierde taal hoort over uithuisplaatsing of verplichte opvoedingsbegeleiders over de vloer, bedenk je je als ouder wel twee keer voor je je hoofd vrijwillig in de strop legt. Zo klaag je je nood over de losse handjes van je man en over de onhandelbare Johnny van twee, en zo wordt de kleine afgepakt en in een pleeggezin ondergebracht. De rollen van invoelende hulpverlener en straffende kinderbeschermer mixen niet zo lekker, dus blijft de doelgroep voor alle zekerheid liever uit handen van álle instanties.