Spring naar de content

Brieven

De redactie verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 150 woorden, en behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres, ook wanneer u e-mailt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Theo Bouwman 

In ‘Zelfportret’ antwoordt Theo Bouwman op de vraag wat zijn grootste mislukking is: “Ik heb ooit het blad Nieuwstribune gekocht voor de Weekbladpers. Veel te veel voor betaald” (HP/De Tijd, 2 december).Ik was oprichter van dat zeer winstgevende reclamevakblad met tien nevenuitgaven. Én mede-aandeelhouder; weliswaar een kleine, maar groot genoeg om alle cijfers te kennen. Reeds in een vroeg stadium na de overname bleek mij dat Bouwmans kennis van het reclamemetier niet zijn sterkste kant was. Ik zag hem vrij snel spartelen, en bood aan het volledige pakket terug te kopen. Tegen de prijs die hij ervoor betaald had. De financiering daarvoor had ik rond, temeer omdat hij voor de bank de waarde zélf had neergezet. Natuurlijk moest ik daar privé mede risico bij gaan dragen. Waartoe ik bereid was. Met dit feit had Bouwman zijn konterfeitsel enige grandeur gegeven.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Jan van Buuren, Amsterdam

Submission 

In zijn wat wankelmoedige betoog over de vraag of er een noodzaak bestaat voor de publicatie van Submission II schrijft Dirk-Jan van Baar: “De vrijheid van meningsuiting is pas in het geding als de overheid bij voorbaat te kennen geeft de opvoering van Submission II te willen verbieden” (HP/De Tijd, 25 november).

Dit lijkt mij een iets te beperkte opvatting van ‘vrijheid van meningsuiting’. Ik zou het zo willen zeggen: “De vrijheid van meningsuiting is serieus in het geding als bijna niemand in een land een bepaalde mening kan uiten zonder te hoeven vrezen voor fysiek geweld.” En dat is in Nederland (hoewel Van Baar dat kennelijk nog niet zo goed ziet) het geval. Bijna niemand kan een film als Submission II zonder gevaar voor eigen leven maken. De enige uitzonderingen zijn die mensen en instanties die zo goed bewaakt en beveiligd zijn dat zij niets (of weinig) te vrezen hebben, bijvoorbeeld leden van het Koninklijk Huis of Jaap de Hoop Scheffer. Tot die groep behoort nu net ook Ayaan Hirsi Ali. En daarom is uitgerekend zij (hoewel Máxima als lid van de commissie-PaVEM nóg beter zou zijn) de enige die zo’n film kan maken. Zelfs Job Cohen merkte daarom in zijn discussie met Hirsi Ali in Buitenhof op dat zij die film zou moeten maken.

Naima Barelvi, Rotterdam

Rob Oudkerk

Beste Rob Oudkerk, als een ander in de sloot springt, doe jij het dan ook (HP/De Tijd, 18 november)? Als wethouder en arts moet jij als geen ander weten waar prostitutie allemaal toe leidt. Vrouwenhandel, criminaliteit, ziektes e.d. Als je dat als sociaal-democraat (PvdA) normaal vindt? Dan mag ik hopen dat je partijgenoten daar anders over denken. 

Kees Horsman, Lisse

Aan de slag (2)

Graag wil ik de reactie van René van Slooten op het artikel ‘Aan de slag’ kracht bijzetten (HP/De Tijd, 18 november). De discriminatie van oudere werklozen op de arbeidsmarkt is mijns inziens niet alleen diep vernederend en vaak financieel dramatisch voor betrokkenen, maar tevens de rechten van de mens schendend: op je oudere dag word je op smadelijke wijze langs de kant van de weg gezet, na decennia arbeidsintegratie, als onbruikbaar oud vuil dat zelfs niet meer opgehaald hoeft te worden. Dat schaadt uiteraard de (volks)gezondheid – waarmee de overheid mijns inziens dus grove nalatigheid in zorgbetrachting kan worden verweten. Ik begrijp niet dat ten aanzien van dit drama nog geen ‘culturele revolutie’ is uitgebarsten. 

Zelf heb ik me zo ongeveer letterlijk kapot gewerkt. Ik heb 35 jaar arbeidsintegratie op mijn naam staan, waarvan tien jaar in de positie van gescheiden, alleenstaande moeder en dus als betaald bijwerkende ‘minvermogende’. Overbelasting, blijvende armoede in de vorm van het trappen in de armoedeval en de daarmee als vanzelfsprekend gepaard gaande maatschappelijke en sociale uitsluiting culmineerden op mijn 53ste in een bijna onomkeerbare burn-out, een afgewezen WAO-claim en derhalve ‘eervol’ ontslag en een WW-uitkering die nu overeenkomt met het bedrag aan bijstand dat ik eind jaren tachtig tijdelijk ontving. 

Plus de plicht eens per week te solliciteren. Ik ben inmiddels 59 jaar en ik heb nog nooit die ‘positieve’ reactie van die ‘potentiële’ werkgever gehad. De paar uurtjes werk per week die ik erbij verrichtte, waren op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, met als gevolg dat ik opnieuw ontslagen heette en mijn ‘oude rechten op WW moest laten herstellen’. In afwachting daarvan ‘mag’ ik uitkomen op inkomen onder het bijstandsniveau, en voor aanvulling kan ik weer naar de sociale dienst. Worden we dan echt nog eens gedwóngen het Torentje te zien als de Bastille? Jakkes!

Joke Streefkerk, Utrecht

Geert Wilders

Na lezing van het artikel ‘We moeten de rechter omzeilen’ begrijp ik waarom de heer Wilders heeft gebroken met de partij voor vrijheid en democratie (HP/De Tijd, 28 oktober). Vrijheid betekent voor hem alleen zijn eigen vrijheid, en democratie het uitroepen van de noodtoestand. Hitler heeft in 1933 Von Hindenburg zover gekregen dat die naar aanleiding van de brand in de Reichstag de permanente noodtoestand uitriep. Mogelijk zijn de gevolgen bij de lezer bekend. Daarom verdenk ik de heer Wilders ervan – en met hem nog meer ‘bestuurders’ – dat een permanente noodtoestand een opstap is om onze, door grote delen van de bevolking gedragen democratie op te heffen. Voor zover ik kan overzien, verkeert Nederland niet in staat van oorlog met enig ander land. Wil de heer Wilders na een enkel incident een ‘war on terrorists’ gaan voeren? Tot op heden is er nog maar één terrorist gesignaleerd en die heeft levenslang. De daden van de overige leden van de Hofstadgroep schijnen te zijn uitgelokt door de AIVD. De dienst moet dus eigenlijk worden gezien als de draak die haar eigen jongen baart!

J.C.M. Versijp, Den Haag

Oud-Zuid (2)

Een eenvoudige blik op een kaart of een kompas zou leren dat Amsterdam-Oud-Zuid niet ten zuiden van het Concertgebouw ligt, maar ten westen (HP/De Tijd, 25 november). Het puntje van het Vondelpark aan de Amstelveenseweg is dan ook de westgrens en niet de zuidgrens. Voor belangstellenden is het misschien goed om te weten dat de tuinen van de huizen met de oneven nummers op het zuiden liggen en niet zoals vermeld die van de huizen met de even nummers; die liggen op het noorden.

Volkomen terecht wordt gezegd dat het echte Oud-Zuid ‘niet onder de knoet van een socialistisch stadsbestuur’ tot stand is gekomen. Deze huizen, met als grens de Lairessestraat, staan dan ook op
‘eigen grond’. Alle huizen ten zuiden hiervan (Beethovenstraat etc.), vroeger ‘Nieuw-Zuid’, maar nu ook ‘Oud-Zuid’, staan op erfpacht. Dit gedeelte van de buurt, onderdeel uitmakend van het ‘Plan Zuid’ van Berlage, is wel tot stand gekomen onder een socialistisch stadsbestuur. De door hen ingevoerde erfpacht zou weleens een groot probleem kunnen gaan vormen voor de zo typerende gemêleerde samenstelling van de buurt. Tot voor kort was het een min of meer symbolisch bedrag van enkele honderden guldens per jaar. Bij de recente herziening na zeventig jaar is dit bedrag niet zelden verdertigvoudigd. Juist voor de ‘antiburgerlijke’ types en de mensen die er al van generatie op generatie wonen, kan dit weleens betekenen dat ze moeten verhuizen. Het huis is zo verkocht. De Cayennes en de Range Rovers lachen om de erfpacht.

Erik-Jan Haanraadts, Amsterdam

Lubbers (2)

Volgens Roelof Bouwman werd de populariteit van Lubbers onder de jongeren aanwezig op de Nacht van de VN veroorzaakt door de niet al te hoge moraal van deze zogenaamde ‘MTV-generatie’ (HP/De Tijd, 11 november). Hij schrijft over het aanwezige publiek die avond: “Een jong publiek dat is opgegroeid met clipzenders als MTV en TMF, en dat vertrouwd is met een universum waarin seksuele zelfbeheersing niet bepaald geldt als een deugd en waar de grenzen tussen gewenste en ongewenste intimiteiten dikwijls een ambigu karakter hebben.” 

Ik denk dat het per definitie fout is om jongeren te generaliseren door te suggereren dat er een soort gemeenschappelijke moraal is bij jongeren die opgegroeid zijn met videoclips. Voor zover ik weet, behoor ik ook tot deze generatie, maar ik heb mezelf of mijn vrienden niet vaak kunnen betrappen op het feit dat wij gewenste en ongewenste intimiteiten niet konden onderscheiden. En dan heb ik heel wat videoclips bekeken. Er zijn absoluut jongeren die hier meer moeite mee hebben, alleen denk ik dat zij nu juist net niet aanwezig waren op de Nacht van de VN.

Als je de indruk wekt dat je de populariteit van Lubbers gaat verklaren, moet je de verlaagde moraal van jongeren niet als argument gebruiken. Eerlijk gezegd heb ik zelf geen verklaring voor de populariteit van Lubbers, maar gelukkig pretendeer ik dat ook niet.

Nienke Pleysier, Amsterdam

Karen Armstrong

Het was een wonderlijke ervaring voor wie enigszins thuis is in de denkwereld van Karen Armstrong om in HP/De Tijd (18 november) de op pagina 71 uitgelichte tekst te lezen. Zelf maakte ik kennis met Armstrong toen in 2003 haar autobiografische roman De wenteltrap verscheen. Ze vertelt daarin het roerende verhaal hoe zij zich ontfermt over een geestelijk gehandicapte tiener die zij met hulp van een bevriende katholieke geestelijke zijn levensgeluk teruggeeft. Een ware heldendaad, als je al gelezen hebt dat Armstrong als recalcitrante tiener als novice was ingetreden in een nonnenklooster. Dat werd een enorme afknapper: ze beschrijft hoe zij in de verstikkende sfeer van het klooster geleidelijk aan haar geloof in God verliest en atheïste wordt. Dat maakt haar reddingsmissie voor haar tienervriendje extra groots en haast onverklaarbaar.

Armstrong vertelt in haar nieuwe boek en in haar bestseller De geschiedenis van God historisch correct over de historische Jezus zonder te vervallen in hedendaagse onheuse vondsten als het ietsisme. Karen Armstrong beschrijft dus wel feilloos de geschiedenis van het religieuze denken van de mens, maar zal zich niet inzetten voor een positieve herwaardering van de godsdienst als zodanig zoals Hans Jansen die beschrijft. Dat kan men zelfs in ons bekrompen christelijke landje niet van een integer atheïste als Karen Armstrong eisen.

Dr. A.A. de Boer, Bergen

Kortom

Voor de heer Van Doorn is het blijkens zijn artikel ‘Oud zeer’ nog zeer de vraag of de regering er wel goed aan heeft gedaan de heer Drooglever wetenschappelijk onderzoek te laten verrichten, indien daarmee geen enkel staatsbelang is gediend (HP/De Tijd, 25 november). Dit naar aanleiding van haar opdracht tot een studie over de gang van zaken bij de overdracht van westelijk Nieuw-Guinea aan Indonesië. 

Is het voor de heer Van Doorn dan evenzeer de vraag of de Nederlandse regering er destijds goed aan heeft gedaan dergelijke opdrachten te verlenen aan de heren De Jong en Van der Wal – en na diens overlijden aan de heer Drooglever – resulterende in respectievelijk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog en Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950? Of werd met deze opdrachten toen wél een staatsbelang gediend en zo ja, welk staatsbelang dan wel, dat nu volgens hem geheel afwezig is?

M. Maresch, Nijmegen

Kortom (2)

Er wordt vaak gezegd dat Ayaan Hirsi Ali mannen van middelbare leeftijd het hoofd op hol weet te brengen. Misschien. Maar met de oudjes kan ze er ook wat van. Week in, week uit schrijft J.A.A. van Doorn stukjes over de prominente VVD-politica. Bij Van Doorn is zo langzamerhand sprake van een echte Ayaan-obsessie. Hij herhaalt keer op keer dat de VVD zich van haar zou moeten ‘ontdoen’, dan weer (als hij wat tegenwind krijgt) dat het hierbij zou gaan om een ‘bijzonder begaafde activiste’ (zoals in HP/De Tijd van 2 december). En zo worstelt onze Van Doorn maar met zijn houding. Al jaren.

Het opvallende is daarbij dat Ayaan Hirsi Ali de standpunten verkondigt die J.A.A. van Doorn vroeger zélf was toegedaan. Op 3 januari 2004 schreef Van Doorn in Trouw: “Ik zie heel wel dat de islam in ons land voor grote problemen kan zorgen.” Zo zo, wat een islamofobische opmerking. Laat Ayaan alstublieft blijven, want ik denk dat de in drie periodieken schrijvende Van Doorn zonder haar helemaal droog zou komen te staan.

Dr. Peter Renkema, Leeuwarden

HBC

Hugo Brandt Corstius (HP/De Tijd, 4 november) behoort tot het kreupelhout waar ook de kampbeulen uit gesneden werden. Voor Rinus Ferdinandusse geldt hetzelfde.

H. Nieman, Groenlo

Gereformeerd (5)

In ‘De gereformeerde elite’ komt ook ondergetekende voor als ‘gereformeerde topper’ (HP/De Tijd, 21 oktober). Wij laten de kwalificatie geheel aan u. De ruimte welke u per topper inruimt, moest wel beperkt zijn, maar toch slaagt u erin om enkele feitelijke onjuistheden een plaats te geven. Ondergetekende is niet de voormalig topman maar is nog steeds voorzitter van de Raad van Bestuur van Koop Holding Europe B.V. Ondergetekende is dat dus niet of slechts heel indirect van bouwonderneming Koop Tjuchem, een werkmaatschappij binnen onze wegenbouwdivisie. Ondergetekende is niet veroordeeld wegens omkoping maar wegens het medeplegen van omkoping, en tegen dit vonnis is hoger beroep aangetekend. Onze Groep is niet overgenomen door een groep investeerders. Juist is dat een groep investeerders een belang van 50,1 procent in de Koop Groep heeft verworven.

H. Koop, Groningen

Scharrelwild

De Faunabescherming is niet blij met de campagnes die worden gevoerd om wild te eten (HP/De Tijd, 18 november). De Faunabescherming heeft diverse argumenten om tegen het eten van wild te zijn. Zo staat het promoten van wild eten gelijk aan het promoten van jacht en met name van de plezierjacht zoals deze in Nederland nog steeds wordt bedreven. Jacht is wreed en veroorzaakt schade aan de natuur. Jagers beweren nogal eens dat zij alleen of voornamelijk dieren schieten die ziek of verwond, oud of in slechte conditie zijn. Eet smakelijk, zeggen we dan… Het is ook helemaal niet waar, aangezien er tijdens jachtpartijen tamelijk lukraak op dieren wordt geschoten die de pech hebben voor de geweerlopen te komen. 

Bovendien spoort deze bewering over het schieten van zieke en oude dieren bepaald niet met een andere bewering vanuit de jagerswereld, namelijk dat de geschoten wilde dieren zo’n fijn leven in de vrije natuur hebben gehad en dat het zo gezond zou zijn hun vlees te eten. Ten slotte wijzen wij erop dat wild maar een klein percentage vormt van de vleesconsumptie van de Nederlanders. Het doden van wilde dieren is sinds mensenheugenis een exclusieve hobby van goed doorvoede mensen. Voor hun eigen gezondheid en voor die van de natuur zou het beter zijn als zij zouden stoppen met jagen. Ons land is voor een groot deel ingericht om ons van voedsel te voorzien. De weinige diersoorten die in de schaarse overgebleven gebieden leven, hoeven niet óók nog eens een bijdrage aan die voedselvoorziening te leveren.

De Faunabescherming, Amsterdam

GroenLinks

Naar aanleiding van de affaire omtrent het Eerste-Kamerlid Sam Pormes (HP/De Tijd, 25 november) zegt het Tweede-Kamerlid van GroenLinks Marijke Vos: “Achteraf kun je zeggen: we hadden beter moeten screenen.” Deze opmerking raakt kant noch wal. Bij deze partij is het aannemen van goede Kamerleden een structureel probleem. Ter illustratie moge het volgende dienen: Tara Singh Varma, Farah Karami, Sam Pormes, en niet te vergeten de betrokkenheid van Wijnand Duyvendak bij de actiegroep RaRa in 1985. 

De antecedenten stapelen zich op en het wordt mij nu zo langzamerhand duidelijk dat Paul Rosenmöller het fractievoorzitterschap heeft opgegeven wegens zijn roemrijke verleden. Het is bijzonder triest gesteld met de commissie van GroenLinks die zich bezighoudt met het aannamebeleid, als men bedenkt dat zelfs een ezel zich in het algemeen niet twee keer stoot aan dezelfde steen.

R.L. van Hasselt, Nibbixwoud

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word abonnee, al vanaf €5 per maand.

Onderwerpen