Spring naar de content

Brieven (37, 2005)

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Heythuysen

In HP/De Tijd van 9 september staat een verhaal over de gemeente Heythuysen waarin ik word geciteerd. De betreffende redacteur, Kees van Oosten, heeft mij telefonisch geïnterviewd en later een door mij gecorrigeerde en akkoord bevonden tekst ontvangen. Niettemin sluit de publicatie af met een citaat van mij, luidende: “We gaan nu langs civielrechtelijke weg proberen ons recht te halen.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Dit citaat is niet in overeenstemming met de door mij gefiatteerde tekst, en overigens ook geheel onjuist. Ik heb aangegeven dat de raad in de eerstvolgende vergadering zal besluiten of een procedure zal worden gevoerd om nakoming van een overeenkomst tussen raad en mevrouw Maks (ex-burgemeester – red.) te eisen. Ik, noch het college van B&W, ben hierin partij: het is louter een bevoegdheid van de raad. Vanwege het dualisme ligt deze zaak uiterst gevoelig, omdat de raad partij is in de gesloten overeenkomst en bijgevolg enkel de raad een dergelijk besluit kan nemen.

Mathieu Wagemans, Heythuysen

Naschrift Kees van Oosten

Het citaat van Thieu Wagemans is ingekort, zonder de teneur van zijn relaas aan te tasten. De heer Wagemans heeft inderdaad uitvoerig uit de doeken gedaan dat de gemeenteraad zal beslissen of een civielrechtelijke procedure zal worden opgestart om langs deze weg alsnog in het gelijk te worden gesteld. 

Het gaat om een ingewikkelde materie, omdat twee procedures door elkaar heen lopen. Het citaat ‘We gaan nu langs civielrechtelijke weg proberen ons recht te halen’ is kort door de bocht, maar wel duidelijk voor burgers die zich niet dagelijks met staatsrecht bezighouden.

Gameboy

In het artikel ‘Kunstmest voor het brein’ (HP/De Tijd, 19 augustus) staat vermeld dat de beste kwalificatie om te kunnen slagen een hoog IQ is. Maar volgens diverse onderzoeken kan slechts twintig procent van een geslaagde loopbaan worden toegerekend aan het (hoge) IQ. Een andere vorm van intelligentie lijkt een veel belangrijker factor te zijn, namelijk de emotionele intelligentie. Het gaat daarbij om eigenschappen in de contactuele sfeer en met betrekking tot de beheersing van eigen emoties (zoals stressbestendigheid). Ik vrees dat die eigenschappen niet erg gestimuleerd worden door maar de hele dag met een gameboy te spelen of televisie te kijken. Misschien levert dit uitstekende studeerkamergeleerden op. Maar ik betwijfel sterk of dit een goede basis zal vormen voor een succesvolle carrière in het bedrijfsleven. Dus zorg er vooral ook voor dat kinderen samen met vrienden spelen, sporten en/of discussiëren.

Hans ten Wolde, Dalfsen

Jodenstreek

Het artikel ‘Sharon houdt woord’ in HP/De Tijd van 26 augustus, geschreven door Dirk-Jan van Baar, kwam op mij inhoudelijk over als een uitgebalanceerde en nuchtere analyse van de mogelijke motieven achter Ariel Sharons politiek. Ik was dan ook, op zijn zachtst gezegd, hoogst verbaasd toen ik het woord ‘jodenstreek’ tweemaal tegenkwam in het verder voor mij zeer lezenswaardige betoog.

De eerste keer in de openingszin ‘sinds deze week is de Gazastrook geen jodenstreek meer, dankzij Ariel Sharon, de tweede maal in de slotzin ‘dan zal de wereld pas echt merken wat jodenstreken zijn’, waarbij gerefereerd werd naar een scenario waarbij Bibi Netanjahoe de Israëlische politiek zou gaan bepalen.

De minder plezierige kanten van Netanjahoes karakter, die ook in Israël door veel (joodse!) kiezers worden onderkend, hebben natuurlijk niets te maken met zijn joodse identiteit. De mogelijk dubbelzinnige bedoeling van de auteur (‘jodenstreek’ kan immers letterlijk ook worden opgevat als een gebied waar joden wonen) doet niets af aan het impliciet anti-semitische karakter van deze verwerpelijke term. Als jood krijg ik er in ieder geval een erg vieze smaak van in mijn mond. Er bestaan geen ‘jodenstreken’, net zomin als ‘moslimstreken’ of ‘christenstreken’.

Een rectificatie van de heer Van Baar zou in deze, wat mij betreft, dan ook op zijn plaats zijn.

David de Vries, Harderwijk

Naschrift Dirk-Jan van Baar

Mijn Van Dale, jaargang 1988, vermeldt als betekenis onder het woord jodenstreek: ‘gemene streek’. Op dezelfde pagina staat ook onder het woord jezuïetenstreek: ‘huichelachtige streek’. Over de streken van moslims wil ik niet uitweiden (ze dringen zich dagelijks op), maar ik geloof niet dat we joden en christenen een dienst bewijzen door hun streken niet meer bij naam te noemen, zeker niet als ze op ieders lippen liggen.

Wallage (2)

Toch aardig te lezen dat onze burgemeester, Jacques Wallage, zich eraan ergert dat brieven van burgers onbeantwoord blijven. Laat ik hem nu al meer dan een jaar geleden persoonlijk een brief geschreven hebben over een prangende kwestie (ernstige overlast) en nog steeds op antwoord zitten te wachten. Hij lijkt me een typisch voorbeeld van de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat juist hij voortdurend uitziet naar het persmoment.

André Doorlag, Groningen

Wallage (3)

Je kunt veel van Wallage zeggen, maar niet dat hij niet consequent is. In 1992 van die domme opvattingen, en die heeft hij nog steeds. Toen verzette hij zich tegen Bolkestein, nu tegen Hirsi Ali. Opnieuw heel consequent. Toen had hij gluiperige methoden, nu nog: stiekeme briefjes naar de fractievoorzitter om de dame achter de schermen het zwijgen op te leggen. En daarna nog klagen over het onfatsoen dat zijn vossenstreken naar buiten zijn gekomen. Ga zo door, Jacques!

Hester Makander, Rotterdam

Marcel van Dam (2)

Naar aanleiding van de ingezonden brief van Truusje van Tol uit Amsterdam in HP/De Tijd van 26 augustus deel ik u mede dat ik het volledig met haar eens ben. Altijd afgeven op links. Wellicht is de reden dat u zelf nooit een standpunt inneemt. Mijn moeder zou zeggen: “Geen kop en geen kont.” Doe hier iets mee!

Flip Boudewijn, Breda

Ons Indië

In zijn artikel ‘Goed of fout in ons Indië’ stelt de heer J.A.A. van Doorn onder meer dat Indonesië geen genoegen nam met Nederlands bedoeling Nieuw-Guinea in versneld tempo tot ontwikkeling te brengen en gelijk kreeg. Mijns inziens een onjuiste voorstelling van zaken. 

Het was niet een kwestie van gelijk of ongelijk krijgen; Indonesië kreeg gewoon zijn zin. Door te dreigen met militair ingrijpen, en omdat de regering-Kennedy ten koste van alles een tweede militair conflict in Zuidoost-Azië wilde voorkomen – in de Koude Oorlog met een naar Rusland lonkende Indonesische president alleszins begrijpelijk – zag de Nederlandse regering zich genoodzaakt door middel van onderhandelingen met Indonesië tot een vergelijk te komen.

Op basis van het plan-Bunker, genoemd naar de Amerikaanse diplomaat die deze onderhandelingen begeleidde, kwam op het nippertje tussen Nederland en Indonesië de overeenkomst (het verdrag van New York) tot stand waardoor de mogelijkheid werd geopend dat Nieuw-Guinea de jure tot de Republiek Indonesië zou gaan behoren.  

Toen stonden wij volgens Van Doorn feitelijk genomen weer aan de verkeerde kant van de geschiedenis, maar tegelijk moreel aan de goede zijde. Maar op dat moreel aan de goede zijde staan valt later wel het een en ander af te dingen. Zoals de historicus Hans Meijer stelt in zijn artikel ‘Een hinderlijke formaliteit – Nederland, Indonesië en de volksraadpleging op Nieuw-Guinea in de zomer van 1969’, voelde Luns er, nadat in Nieuw-Guinea de zogeheten ‘Act of Free Choice’ had plaatsgevonden, niets voor nogmaals als een Don Quichot ten strijde te trekken voor de rechten van de Papoea’s en morele principes nogmaals boven eigenbelang te stellen. Men had leergeld betaald.

M. Maresch, Nijmegen

Ons Indië (2) 

In het artikel ‘Goed of fout in ons Indië’ gaat auteur J.A.A. van Doorn wel erg kort door de bocht wanneer hij in een vergelijking met ons koloniale verleden een brug slaat met Afrika. Hierbij wordt gesproken over ‘die zelfbewuste zwarte nationalisten’ en ‘een corrupte en gewelddadige kliek zwarten’. Wanneer het gaat over ‘ons Indië’ kan er wel gewoon gesproken worden over de bevolking en regering in plaats van ‘gelen’, maar hebben we het over Afrika, dan is het gerechtvaardigd om de bevolking te typeren als zwarten? We leven in de 21ste eeuw, waarin je zou denken dat er meer nagedacht wordt over termen als deze. Niets is minder waar, helaas.

D. Frederiks, Utrecht

Mythen

Naar aanleiding van het uitstekende ingezonden stuk van Arie Kuiper uit Amsterdam in HP/De Tijd van 26 augustus zou ik daar nog het volgende aan willen toevoegen. Namelijk dat Hitler overal vermeld werd als korporaal ten tijde van WO I – ook door wijlen Loe de Jong – terwijl Hitler destijds géén korporaal was geworden, maar eindigde als soldaat 1e klasse (Gefreiter).

Fred Vos, Leiden

Doelwit Europa (4)

Ik heb het artikel ‘Doelwit Europa’ (HP/De Tijd, 29 juli) met belangstelling gelezen, maar met nog meer interesse las ik de brieven van J.J. Kapteyn (19 augustus) en A. van der Heijden (26 augustus). Als het immigranten betreft, is het wij-zij-denken inderdaad aanwezig, maar is dat erg? Een Amsterdammer zal zich nooit honderd procent Rotterdammer voelen als hij naar deze stad verhuist, en hetzelfde geldt voor een Fries in Brabant. Er is niets mis mee als een immigrant verbonden blijft met zijn afkomst. Erger is het als ‘zij’ zich gaan afzetten tegen ‘ons’. Dát mag natuurlijk niet gebeuren. Daarom is het zo belangrijk dat het ‘confronterende debat’ dat beide briefschrijvers voorstaan inderdaad gevoerd wordt. Niet alleen via ingezonden brieven, maar op hoog politiek niveau. De politiek die de huidige toestand heeft laten ontstaan, moet nu de moed hebben om in debat te gaan over wat wij van nieuwkomers verwachten, namelijk dat zij solidair zijn met ons. Immigrantenleiders en -organisaties moeten gedwongen worden om kleur te bekennen. Waarom is er nog nooit een fatwa uitgesproken tegen Al-Qaida? De politiek moet het lef hebben om dergelijke knuppels in het hoenderhok te gooien.

C. Roest, Hilversum

Per abuis

In het artikel ‘ABC van de Duitse verkiezingen’ (HP/De Tijd, 9 september 2005) stond dat CDU-leider Angela Merkel mogelijk de eerste vrouwelijke regeringsleider in Europa wordt sinds Margaret Thatcher. Dat is niet juist: zo had Noorwegen Gro Harlem Brundtland als premier, Frankrijk Edith Cresson en Polen Hanna Suchocka.

Verder werd Joschka Fischer in een fotobijschrift omschreven als boegbeeld van de SPD. Dat moet natuurlijk Die Grünen zijn.

Inschrijven nieuwsbrief

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word abonnee, al vanaf €5 per maand.

Onderwerpen