Spring naar de content

Een kwetsbare maestro

Mariss Jansons is een bescheiden leider met een broze gezondheid. Maar op de bok is hij een bijter en gaat hij als een dolleman tekeer. Deze maand is hij een jaar chef van het Koninklijk Concertgebouworkest. Een voorlopige balans.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Oswin Schneeweisz

Salzburg, Großes Festspielhaus. Linea recta uit het vliegtuig zijn de musici van het Koninklijk Concertgebouworkest rond het middaguur gedropt in de grote zaal voor een orkestrepetitie. Vanavond zal deze uit de rotsen gehouwen concertzaal, direct gelegen naast de beroemde Felsenreitschule, gevuld zijn met concertgangers. Heren in janker, dames in dirndl. Zo gaat de Salzburger jetset uit. Nu zijn de stoelen leeg. Op het podium spelen de musici, in spijkerbroek en hemdsmouwen, fragmenten uit Mahlers Zesde symfonie. Ondertussen rent de Letse dirigentMariss Jansons door de zaal alsof hij achtervolgd wordt door een zwerm wespen. Soms staat hij stil om te luisteren, dan rent hij, als gestoken, weer verder. Hij test de akoestiek. 

Wie hem zo bezig ziet, beseft dat de musici gelijk hebben als ze over ‘een uitzonderlijk gedreven dirigent’ spreken. Hij laat niets aan het toeval over. Elke noot is een zaak van leven of dood. Tot drie keer toe moeten de houtblazers een maat opnieuw spelen. Dat zijn de Amsterdamse topmusici niet gewend, maar als Jansons iets niet zuiver vindt, moet het over: topmusicus of niet. En onderwijl wordt zijn hoofd steeds roder, raakt het lijf verkrampt. Het zou niemand verbazen als de maestro zo dadelijk uit elkaar ploft van spanning en emotie. “Hij bijt en laat niet meer los,” zegt violiste Petra van de Vlasakker. 

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word abonnee, al vanaf €5 per maand.