Spring naar de content

Guido Weijers: ‘Pechtold authentiek, Kant humorloos’

Lachen gieren brullen tijdens de algemene beschouwingen om Marianne Thieme en Geert Wilders. Regelmatig leek de Tweede Kamer wel op een theater. Maar wie is nu de beste cabaretier van de politici? Conferencier Guido Weijers legt ze langs zijn humormeetlat. “Er is meer humor op rechts. ”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Wouter Sinke

“Het waren deze keer vooral de flauwe grappen en versprekingen die hilarisch uitpakte. ‘Gaat u nou eens met de billen bloot,’ zei Rita Verdonk tegen Pieter van Geel van het CDA. Waarop Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren reageerde met : ‘Als u nu zegt dat iedereen de broek moet aantrekken.’ Waarna ze zei: ‘Ben ik nu ook zo rood als de heer Van Geel?’ Volgens mij had ze die grap niet eens zelf door. De knulligheid werd hilarisch. Femke Halsema is ook wel spontaan, maar haar hoor ik nooit een goede grap maken.

De onbetwiste koning van het politieke caberet is natuurlijk Geert Wilders. Die gebruikt zulke goede metaforen, maar ook het overdrijven gaat hem goed af. Zoals hij vorig jaar de begroting noemde: ‘een flutstuk van het slechtste kabinet ooit’. Prachtig natuurlijk, daar kan nooit iemand overheen. Maar ook de belasting op het hoofddoekje, de kopvoddentaks. Dat is toch puur cabaret?! Hij hoopt volgens mij dat iedereen die woorden gaat overnemen. Net als de neologismen van Van Kooten & De Bie.

Niemand kan graptechnisch in de buurt komen van Wilders. Mark Rutte probeert het, maar ik zag hem gisteren toch weer door de mand vallen. Hij maakte een grap en de zaal had hem al door, toch maakte hij zijn grap af. Dat moet je natuurlijk nooit doen.

Het slechtst is vrees ik toch Agnes Kant, en dat vind ik jammer want ik heb op de SP gestemd. Als ze ontspannen is, hangen haar mondhoeken naar beneden. Daardoor ziet ze er altijd chagrijnig uit. Als je een grap maakt, gaat die volgens mij gewoon compleet langs haar heen. Ze hoort hem niet eens, ze is humorloos. Ze probeerde het wel met een reactie op de kopvoddentaks dat ze ook pleitte voor een belasting, maar dan op peroxide in haar. Tja, erg op de persoon Wilders gespeeld. Dat is meer van het niveau ik speel in de zandbak en ik zeg tegen jou ‘jij mag niet naar mijn partijtje’. En daarop zegt de ander, ‘dan mag jij lekker ook niet’. Niet grappig en niet inhoudelijk.

Wilders maak je op die manier niet onschadelijk. Dat doet hij zelf wel door steeds verder en verder te gaan. Het lijkt trouwens wel alsof er op links amper humor zit en op rechts des te meer. Een mooi voorbeeld is Hans Wiegel  die in de Tweede kamer ooit zei: ‘Sinterklaas bestaat echt, hij zit naast me’ wijzend naar Joop den Uyl. Maar ook een prachtige scène waarin Fortuyn na de gemeenteraadsverkiezingen een zuur kijkende Ad Melkert reduceerde tot een typetje uit Kopspijkers met de opmerking ‘Kijk toch eens een beetje vrolijker, meneer Melkert’.

Als je een grap vertelt, moet die authentiek overkomen. Dat kunnen Pechtold en Wilders. Die laatste geeft geen sociaal wenselijke antwoorden en beide flappen alles er gewoon uit. Zij spelen geen rol. Aan de linkerkant kiezen mensen vaker voor het sociaal wenselijke antwoord, waardoor er een laagje tussen zichzelf en de uitspraak ontstaat. En daar gaat de authenticiteit. Rechtsen hebben misschien ook meer ego en minder remmingen, waardoor ze met meer zelfvertrouwen een grap erin kunnen gooien.

Ik zie trouwens dat Pechtold en Wilders eigenlijk dezelfde oplossingen bieden, maar daarin een andere drijfveer hebben. De een denkt meer uit liefde en de andere meer uit haat. Het is aan de kiezer om het motief te kiezen dat het meeste bij hem past.  Bij de PVV is het toch afgunst of haat. Je proeft het, maar je kunt er moeilijk je vinger op leggen. Vrouwen moeten vrij zijn en daarom een verbod op het hoofddoekje, dat soort dingen.

Ik wil over een jaar of tien wel de politiek in, als ik voldoende kennis van zaken heb. Wat ik nu doe, verschilt niet zo heel veel. Ik wil een zaal aan het denken zetten. Ik wil de wereld verbeteren, maar ik heb geen machtsmiddelen. Ik zou een politicus zijn met linkse idealen en rechtse oplossingen. Samen alles delen, maar als je na drie waarschuwingen nog steeds steelt mag er een stukje vinger af. Dat kun je toch afspreken met zijn allen. Niet om tegen die ene te zijn, maar voor een betere samenleving voor iedereen.”